De vrouwenploeg moest bij de eerste 8 ploegen eindigen tussen de 36 ploegen van de tweede divisie. Na 2 wedstrijden stond de ploeg op een derde plaats dus de voortekenen waren gunstig. Maar de vrouwen moesten het in de laatste wedstrijd in Nijmegen o.a. door blessures en schoolperikelen de klusmet een kleine ploeg klaren. Gelukkig waren alle onderdelen bezet. Uiteindelijk is de ploeg precies als 8e geëindigd en daarmee is het doel gehaald.

Veel punten zijn binnen gehaald door Karlijn van Es die weer eens een “dubbel” liep op de 200m en de 400m en ook nog een belangrijke bijdrage leverde aan de Zweedse estafette. Haar tijden waren 26.35s op de 200m en 58.76s op de 400m.  Zus Corinde van Es liep voor het eerst sinds lange tijd weer eens een 1500m en kwam met 4.44.49 tot een pr. Roos de Klerk nam 2 werpnummers voor haar rekening. Bij het speerwerpen kwam Roos tot 42.65m en bij het kogelstoten tot 12.15m. Jamila Kerkmeester debuteerde als bij de vrouwen bij het kogelslingeren. Met een voor haar zware slingerkogel van 4 kg kwam ze tot 22.14m. B-juniore Emma Rijsdijk viel voor de tweede keer in dit jaar voor geblesseerde atletes en haalde met 1.30m op hoog en 17.86s op de 100m horden hele belangrijke punten binnen.  Shaya van Houdt viel in bij het verspringen met 4.61m. Stevie Eekman moest op de 100m de punten pakken en deed dat in 13.02s. Master Valerie Klostermann was een goede back up en liep als voorbereiding op het NK master twee beste seizoenstijden :  13.28s op de 100m en 27.07s op de 200m. Jasmijn van Iersel verbeterde zich weer op de 400m met 59.83s.

De mannen hoefde niet zo ver te reizen dit keer. De laatste wedstrijd van de 1e divisie was in Zoetermeer. De mannen stonden op een gedeelde 4e plaats en moesten er voor zorgen om bij de eerste 4 te eindigen. Ook dat lukte maar net. Met slechts een marge van 8 punten werd die 4e plaats veilig gesteld in Zoetermeer. Ook in Zoetermeer was de opstelling verre van optimaal. We misten een aantal atleten door blessures en het polsstokevenement en tijdens de wedstrijd gingen ook nog een paar onderdelen mis. Het was dus een spannende wedstrijd tot aan het laatste onderdeel. 

De meeste punten werden gehaald door Devron Jepma met een 1e plaats op de 100m in 10.74s en een 4e plaats op de 200m in 22.12s. B-junior Ramsey Angela was de tweede loper op de 100m en evenaarde zijn p.r. met 11.57s. Bryan Pronk (ook B-junior) was de 2e loper op de 200m. Hij eindigde net na Devron op de 5e plaats met een prima 22.47s en hiermee haalde hij zijn 2e EYOF limiet!

Bram Ruissen pakt ook de volle winst op het verspringen in 6.80m en viel spontaan in op de 400m horden, zodat daar ook nog een puntje werd gescoord.

Yorben Ruiter liep een sterke 800m in 1.55.55m en pakte hiermee de 2e plaats. Er was ook een 2e plaats voor Rafael Raap met een 1.95m bij het hoogspringen.

Stephan Wapperom pakte 10 punten bij het kogelstoten met 15.79. Het discuswerpen ging helaas een stuk minder door een onvoorspelbare wind. A-junior Marijn van den Born ging voor het eerst met de zware mannenkogel aan de slag en pakte met 13.15m een prima 6e plaats. Ook Milo Koster was erg tevreden met 57.43m met speerwerpen.

Vaste waarde Michel van der Klein moest helaas met een blessure uitstappen in de 3000m steeple chase. Dit scheelde een hoop punten. Bastiaan van Graafeiland liep naar een persoonlijk record op de 5000m in 16.15.18m. Kevin Versprille viel zonder enige vorm van voorbereiding in op de hoge 110m horden. Geen snelle tijd, maar wel 3 hele belangrijke punten. Erwin de Gier moest het polsstokevenement laten schieten en pakte een puntje voor de ploeg met 3.40m.

Igor Rutka en Jozua Inge liepen de individuele 400m, Igor in 50.36s en Jozua in 53.12s. Samen met de jonkies Bryan en Ramsey liepen ze ook de afsluitende 4x400m. De enige opdracht was GAC achter zich houden. Dat lukte prima. Ze wonnen hun serie in 3.25.79m.