Nieuwe structuur wedstrijdgroepen Hardlopen
PAC werkt aan een nieuwe organisatie voor de wedstrijdgroepen Hardlopen.
We hebben gekozen voor een structuur waarin een groep niet meer afhankelijk is van één trainer. Om te zorgen voor een optimale training voor de wedstrijdgroepen wordt er gewerkt met een team van trainers. Het niveau van de trainers is verhoogd. Ter ondersteuning kunnen atleten gebruik maken van sportmassage, het blessurespreekuur door de fysiotherapie en aanvullende krachttraining om beter te kunnen presteren. De vereniging verwacht dat atleten door dit aanbod optimaal kunnen presteren en heeft als ambitie om op termijn aan te sluiten bij de nationale top.
Afstandsgroepen:
Bij de indeling van een groep wordt uitgegaan van de volgende afstandsgroepen: lange afstand, 10 km en 5 km. Daarnaast komen er specialisatietrainingen die weer verschillen per afstandsgroep. Om de atleten zo goed mogelijk samen op tempo te laten lopen wordt in de gelopen tijden geen onderscheid gemaakt op geslacht. De genoemde tijden gelden voor mannen en vrouwen.
Selecties:
In de nieuwe organisatie zullen er vijf selectiegroepen zijn: A-selectie, B-selectie, C-selectie en D-selectie. Per wedstrijdgroep worden speciale trainingseisen van de atleten verwacht om bepaalde prestaties te kunnen opbrengen op hoog niveau. De E-selectie zal een tussengroep vormen en dient als kweekvijver tussen de prestatiegroepen en de wedstrijdgroepen.
Per selectie worden prestatie- en trainingseisen gesteld die gericht zijn op progressie en de intentie van de atleten om door te groeien. Van hen wordt verwacht dat zij regelmatig aan wedstrijden meedoen, een PAC-tenue dragen, een logboek bijhouden en zich houden aan een strak trainingsschema van consequent wekelijks 4 à 5 trainingsdagen in de D-selectie tot 7 trainingsdagen per week in de A-selectie. De atleten van de A- en B-selecties doen 1 per jaar een inspanningstest (SMA).
Naast de gebruikelijke trainingen gericht op de 5 en 10 kilometer en de lange afstanden, zullen specialisatietrainingen aangeboden worden voor ultra, cross en steeple.
Met de nieuw opgezette structuur worden nieuwe trainersrollen geïntroduceerd om ervoor te zorgen dat de verantwoordelijkheid voor de groepen door meerdere trainers wordt gedragen. Er is een groepscoördinator /hoofdtrainer voor de groepen AB en CD.
- De coördinator is verantwoordelijk en schakel tussen bestuur en trainers;
- De trainers niveau 4 zijn verantwoordelijk voor het aanbieden van de training, sturen de trainers en assistent-trainers aan, bepalen wie wanneer welke training geeft, tijden/data aan de hand van vraag-aanbod, ook specialisatietrainingen;
- Trainers niveau 3 voeren de training uit en passen de training aan als dat nodig is;
- Assistent-trainers voeren een deel van de training uit in opdracht van de trainer niveau 4 in overleg met de trainer niveau 3;
- De trainers niveau 4 maken de schema’s en krijgen hierbij advies van MILA-trainer Martien Droog.
Wilco Hoogendoorn en Arnold Vonk worden de coördinatoren van de wedstrijdgroepen. Wilco wordt verantwoordelijk voor de A/B-selectie en Arnold wordt verantwoordelijk voor de C/D-selectie. De trainers worden René Kuijs (A-selectie), Stefan van der Ploeg (B-selectie), Paul Jordaan (C-selectie) en Lars van Zwieten (D-selectie).
Een trainer gaat in principe een verbintenis aan met een groep voor een langere periode. Er wordt daarnaast met de technische commissie constant gekeken naar de behoeften van de trainers om hen tevreden te houden en naar mogelijkheden om atleten op te leiden tot trainers. Verder wordt er op alle niveaus regelmatig scholing en bijscholing aangeboden. Het leiden of coördineren van een bepaalde groep geeft geen garantie om dit te blijven doen of op een hoger niveau actief te zijn. Na een periode kan er gerouleerd worden, als een trainer of hoofdtrainer dit aangeeft.
Overstapmomenten:
Conform de eerder gemaakte afspraken vindt de overgang van de ene naar de andere groep, of het niveau dan wel doel betreft, twee keer per jaar plaats. In april na de marathon en in oktober. Op individuele gronden kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
De overstap zal begeleid worden door het trainersteam met ondersteuning van de technische commissie. Atleten worden getoetst aan de prestatie en algemene eisen. In overleg met de trainer wordt vervolgens gekeken waar de atleet het best tot zijn recht komt. Het overstapmoment zal zoveel mogelijk op één datum plaatsvinden om een lange wisselperiode te voorkomen.
Het doel is steeds om de atleten een zo goed mogelijk passende training te geven. Daartoe kan het ook nodig zijn de groepen aan te passen. Het niveau van groepen kan in zijn geheel toenemen en daarmee ook de richttijden (ondergrens). Anderzijds kan het ook gebeuren dat er een grote groep atleten is die aan de eisen voor bv de B-selectie voldoet. Dan moeten we zoeken naar een oplossing om hen de juiste training aan te bieden.
Krachttraining:
In de loop van het jaar wordt krachtraining onderdeel van het trainingsaanbod. Omdat hiervoor nog veel georganiseerd moet worden (de juiste trainers, bijscholing trainers, vinden van ruimte en het juiste moment) zal dit naar verwachting in het derde kwartaal tot stand komen. Aan het bestuur is verzocht in de nieuw te bouwen hal ruimte te reserveren voor een krachtruimte waar atleten van Hardlopen gebruik van kunnen maken.